|
|
\require{AMSmath}
Reageren...
Re: Kans dat een beugel van een fietsslot de spaken van een fietswiel raakt
Bij de verdubbelingsformules moeten we bewijzen dat: tg 3 alfa= tg (2 alfa+ alfa)= 3 tg alfa - tg3 alfa/ 1- 3 tg2 alfa Maar ik zit altijd in de knoop met mijn noemer... ik heb: tg3 alfa= tg (2alfa+ alfa) = tg 2 alfa + tg alfa/ 1- tg 2 alfa . tg alfa = (2 tg alfa/ 1- tg2alfa) + tg alfa / 1 - ( 2tg alfa/ 1- tg2 alfa) . tg alfa = ( 3 tg alfa - tg3 alfa) / 1- tg2 alfa / 1 - (2 tg alfa/ 1- tg2 alfa) . tg alfa Maar dan weet ik het dus niet echt meer. Ik dacht om zo verder te gaan: = 3tg alfa - tg3 alfa (1- tg3 alfa) / 1- tg 2 alfa ( 2 tg 2 alfa) /1 Maar dan zit ik in de knoop met mn tekens in de noemer en de teller die dan niet meer zal kloppen...
Antwoord
Anneke, tga+tg2a=tga+2tga/(1-tg2a)=(3tga-tg3a)/(1-tg2a), terwijl 1-tgatg2a=1-2tg2a/(1-tg2a)=(1-3tg2a)/(1-tg2a). Deze twee uitdrukkingen op elkaar delen geeft het gevraagde resultaat.
Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het
antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken
van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt!
|